Hersteld van een burn out, maar nog steeds niet gelukkig.

Ze zit met een betraand gezicht voor mij, wij ontmoeten elkaar voor de eerste keer. Een jaar geleden ging het mis. Na een griep werd ze niet meer beter. Na iedere betermelding, volgde binnen een week de volgende ziekmelding. Op het dieptepunt, kon ze de trap niet op, zonder buiten adem te zijn. Zo moe. Een boek lezen gaat niet meer. Afspreken met vriendinnen doet ze al lang niet meer.

Stapje voor stapje is ze hersteld. Veel rust en heel langzaam weer opbouwen. Met hier en daar een terugval is ze sinds een maand weer volledig aan het werk. Iedereen denkt dat het over is. Dat ze weer beter is en dat het leven weer zijn gang gaat. Maar niks is minder waar. Het voelt alsof ze rap weer aan het afglijden is. Haar slapen wordt weer wankel. Ze sleept zich weer naar kantoor. Vergaderingen kosten zoveel moeite. Ze doet het op pure wilskracht. Ze voelt aan alles dat ze dit niet lang vol gaat houden.

Gelukkig trekt ze aan de bel en kan ik haar wat geruststellen. Want ze is niet terug bij af. Haar leven is niet voorbij. Dit is het punt van de grote levensvragen. Iedereen met een burn out komt op dit punt terecht. Want je kan je lijf na een burn out niet meer “foppen”. Wilskracht doet het niet meer. Het moet echt zijn nu. En puur. En bij je passen.

Iedereen die een burn out heeft gehad, komt uiteindelijk bij een aantal grote vragen:

“Waar word ik echt blij van?”
“Wie wil ik wel en wie wil ik niet in mijn leven?”
“Wie wilde ik ook alweer zijn?”
“Wat is ook alweer de bedoeling voor mij?”
“Waarom ben ik hier?”

Een burn out gebeurt niet zomaar. Het is het resultaat van te lang in een vormpje zitten, waar je eigenlijk niet in past. Dit is een onbewust proces. Pas achteraf zie je het. Als je er middenin zit, kan je dat nog niet overzien. Je voelt wel dat het klemt. Je weet dat je niet gelukkig bent. Maar het ontbreekt je aan mogelijkheden en aan de energie om er nog wat aan te doen.

De meest voorkomende manieren om niet meer in je vorm te passen, zijn: 1. Je put uit de verkeerde bron. 2. Je zit op de verkeerde stoel. 3. Je geeft je macht weg.

1. Je put uit de verkeerde bron.

Je bent gek op mensen en vindt niets leuker dan mensen verzorgen. Jij bent wat met noemt het zorgzame type. Je wordt verpleegkundige en geniet van je vak. De eerste jaren is het echt genieten. Iedere glimlach die jij op een gezicht tovert. De troost die je geeft in moeilijke tijden. Het kost veel energie, maar het levert je ook veel op. Er wordt steeds meer administratie van je gevraagd en steeds vaker kan je niet de zorg geven die je wilt. Aan het einde van een werkdag merk je dat je moe bent. Jouw verlangen om voor anderen te zorgen maakt dat je door gaat. Wie gaat het anders doen? Je kan je patienten toch niet in de steek laten. Je gaat door. Onder druk vervormt jouw verlangen om te zorgen voor naar een moeten. Wat je ooit zo fantastisch vond, wordt nu een verplichting en een last.

Je put uit de verkeerde bron.

Een andere manier waarop je in een verkeerd vormpje kan zitten, is “op de verkeerde stoel zitten”.

2. Je zit op de verkeerde stoel.

Je hebt een leuke baan. Je bent goed in wat je doet. Eigenlijk beter dan veel anderen. En dus help je je collega’s, verbeter je de processen en trek je steeds meer verantwoordelijkheid naar je toe. Je bent elkker belangrijk op de afdeling, Een echte vraagbaak. Je manager maakt er ook gretig gebruik van. En ook voelt het best lekker om deze rol te hebben, begint het onderhuids toch te knagen. Want tussen alle vragen van anderen door, moet jij je ook je eigen taken doen. Je geeft af en toe een hint aan je manager dat het misschien toch wel veel is. “Waarom kan Pietje dat niet doen?” vraag je. “Omdat jij het beter kan.” is het antwoord. Je manager heeft niet door dat dit jouw manier is om om hulp te vragen. En doet dus niets. Je voelt je verantwoordelijk voor de hele boel. En werkt dus nog een beetje harder. Machteloos ben je. En zo verdwijnt je plezier. Je pakt verantwoordelijkheid die niet bij jouw rol hoort. En om hulp vragen lukt ook niet meer. Je gaat fouten maken. Je loopt leeg. Je werkt meer uren dan goed voor je is. Als wij een verantwoordelijkheid pakken die groter is dan eigenlijk bij ons of onze rol past, dan zit je spreekwoordelijk op de verkeerde stoel.

3. Je geeft je macht weg.

Je doet waar je goed in bent en je leert snel. Je werkt hard. Je geeft net dat beetje meer. Je werk is altijd goed. Op een gegeven moment wil je meer. Je bent toe aan een volgende stap. Maar de promotie is deze keer weer naar een collega gegaan. Weer eentje met een grote mond. Zo eentje die heel hard kan roepen hoe goed hij is. Daar doe jij niet aan mee. Ze kunnen toch wel zien dat jouw werk beter is. Je weet niet hoe je het voor ekaar moet krijgen dat jouw inzet gezien wordt. Je geeft het aan bij je manager. Die gaat ermee aan de slag, zegt ze. Maar helaas, er gebeurt niets. Je geeft het aan bij HR. Goed gesprek, maar helaas er gebeurt niets. Ondetussen zit je al een jaar te “wachten”, maar er gebeurt niets. Je hebt al je macht weggegeven en daar zit je. Je bent je toverstaf kwijt.

Drie manieren waarop je in een verkeerd vormpje probeert te passen. Je dagelijks aanpassen aan een vorm die niet (meer) past kost heel veel energie. Maar je hebt het niet door als je er midden in zit. Dat komt meestal achteraf. Je herstelt van je burn out. Je voelt je beter. Je gaat weer aan het werk.

Dan merk je dat je echt niet meer in die vorm past. Waar je voor je burn out jezelf er nog wel toe kon zetten, lukt dat niet meer. En daarom ga je na een burn out op pad. Op pad naar je eigen bron, je eigen stoel en je eigen macht.

Deze prachtige vrouw zit op de verkeerde stoel en put uit de verkeerde bron. Al op hele jonge leeftijd heeft zij geleerd dat zij voor de ander moet zorgen. En dat kan ze dus als geen ander. En daar is ze in haar carriere ver mee gekomen. Maar in haar zorg voor de ander, is zij het contact verloren met haar eigen bron. Met haar verlangen om te creeren. Tijdens haar herstel heeft zij dat contact weer hervonden. Zij heeft de mooiste dingen gemaakt en werd daar heel blij van. Nu ze weer vol aan het werk is, moet ze weer organiseren, zorgen en regelen. Voor de ander. En dat gaat niet meer. Haar lichaam accepteert het niet meer. En de wilskracht, die doet het niet meer.

Uiteindelijk vindt zij een andere pad. Een pad waar zij zichzelf kan zijn. Haar drang om te helpen en te zorgen verzacht. Ze herkent het nu en kan de keuze maken of ze er in mee gaat. Stap voor stap hervindt zij de bron van haar creativiteit. Ik weet zeker dat de wereld nog prachtige dingen van haar gaat zien.

Bij burn out begeleiding halen we dit moment naar voren. Zodat je zo snel mogelijk, tijdens je herstel al, kan ervaren hoe het ook anders kan. Voel je welkom.

Plaats een reactie